Het landschap ronkt
terwijl het de zomer
door in stilte groeide
het uitzicht lonkt
leeg schrale dromer
bloem die uitbloeide
trekt 'n denkrimpel
met gevogelte over
dempt dadelijk
in diepe groeven
de aarde zwarter
winterslapend verder
Je zou me moeten zien staan schitteren
in het maanlicht doorlopend jouw
gedachtegangen
waarin de vensters blauw
verlicht me dit laten zeggen
met je ogen dicht
jij toch ziet
met mijn innerlijke stem
die fluisterend zegt
je draagt me bij je
waar ik ook ben
dan sta stil
en gaat zitten
in dit licht
dat ik gebruik
voor dit gedicht
dat anders nooit
zo had geklonken
als van jou uit
door mij vertelt