woensdag 17 augustus 2011

Onverzaagd

Ten noorden van is de leegte bedacht met slijk modder en een
dichtgeslibte zandbak waarover water heerst en lucht een spelletje
ademhalen speelt met andere elementen....

R

Dar gaan ze

Daar gaan de dochters afgevlogen
rijp bestoven op hun vlucht
de korf hun juk en lot tot overleven
smelt in wat was de raten samen
van hun vrij en zeer gebonden zijn
werksters voor 't leven op hemelend
gerief van najaarsframbozen zoet
in bijna bovenmenselijk geloven
aan elkaar in bloem naar bloem
geloven in elkaar hoe vruchtbaar
ook die enkele dar daargelaten
zij veroordeeld zijn voor't bestaan
-
R

Ervan- tussenuit

Er is ingebroken vannacht
iemand heeft daar wat ontstolen
wat van mij was
ik sprak die nacht
gebarentaal

mijn woorden waren mij ontvreemd
ik had daar geen woorden meer voor
mijn interieur is daarbij verwoest

droomde dat zo leeggehaald
ik wel weer de ruimte had
die ik ooit had ingenomen
maar daar verslikte ik me in
een bittere pil

ze hebben alles meegenomen
zelfs waar ik anders
met lege handen bijstond
stond ik nu wat onthand bij
weg te dromen
in een ondenkbare ruimte

ik had daarin een vers gesloten
wanden uit muren lucht opgetrokken
ademden daardoor alles heen

maar leeggehaald is daar nu niets
niets van over dan een vervlogen
opgedroogde woordenstroom:

(geannoteerd tijdens de inbraak
was één couplet me bijgebleven
waar ik voorstond)

De maan verlicht
een landschap
dat uit louter
wolken bestaat

ik loop daardoor
in regenboog blauw
gebogen banen voort

zie ademloos eender
nacht verschuiven
naar een verre horizon

ik verdwaal in licht
en droom mij dit
landschap voor eeuwig
dat opgelost zal zijn
in mijn wereld vol van
overdrijvend verlangen

en ik droom mij
een landschap
waar ik traag
in verander
ik droom mij
dat ik op ga
in de maan

-
R

Wat uit de achtergrond

staat voor me,
het zijn de dingen
om mij heen
gewikkeld ingewikkeld
lees ik ze een voor een
de een komt naar voren
steekt van wal in woorden
die ik lezen zal ik lees mee
het is de achtergrond
die vragen zal
of ik zo op de voorgrond
sta en antwoord nee
ik dring mij niet op
Weet alleen dat wat
te wachten staat zal wachten
tot ik het ontmoeten zal
het komt uit dingen voor't
die ik alleen alleen ik versta

Ik schets woorden

En nou en,
Wat dan nog
En was er nog iets?
Nee, en was genoeg.
Dat is dan twee letters.
Alstublieft.
U kunt afrekenen?
Nee, dat ken ik niet.
Ik kan dat afrekenen onmogelijk.
Laat staan, ooit van gehoord.
Waarmee ik zeggen wil,
dat de laatste acht regels
ook zonder kunnen.