In afgemeten pasjes lopen de vergadertijgers in het plantsoen.
Zij overwegen, krap bemeten in hun krijtstreepjes kostuum
hoe of de samenleving het moet doen. Met poezelige woorden
besmuiken zij elkander alles bij elkaar tot tot spinnens toe
hun welbespraakte woorden. Ze genieten, hoog gezeten, zeer
bezeten roem van de ongenaakbare katachtigen op de permafrost.
Hun statuur is goed afgemeten een topinkomen waar iedereen mee
rond zou kunnen komen. Maar niemandsdeel is in hun aanziens deze troon
dan gelijkgestemd driedelig blauw dat nauw keelt om hun falset stemmetjes
benepen in achterkamertjes wettestikeltjes voorlezend gebral;
hoe of te zijn of wezen
in overeenkomstig klederdracht
van hun goddelijk wezen uitgelezen
en uitgesproken onberispelijk gladgestreken
en licht zongebruinde meesmuilende toetjes.
zaterdag 1 september 2012
De tijdbom
bleek verzuurd in gezwinde spoed
wat zwart omrande nostalgie
verbleekte plaatje van daar net
een gevoelige plaat van't gemoed
deze ontluisterende explosie
bleek incompleet de pure nood gered
wat zwart omrande nostalgie
verbleekte plaatje van daar net
een gevoelige plaat van't gemoed
deze ontluisterende explosie
bleek incompleet de pure nood gered
Kijk daar
komt de regen?
dan valt het
nooit met tegen-
licht voorover
spreekt de visser
gewogen het schijnt
nabij 't lage
van de weg
hoe hoog ook
bovenover alles
stroomt waar
de paarden lopen
gaat de dijk over
in het velen
van neerslachtig
heden in oude
duiventillen ook
de liefde wordt
hier uitgevlogen
geboren verlegen
ooit het leven
dat daarbij hoort.
dan valt het
nooit met tegen-
licht voorover
spreekt de visser
gewogen het schijnt
nabij 't lage
van de weg
hoe hoog ook
bovenover alles
stroomt waar
de paarden lopen
gaat de dijk over
in het velen
van neerslachtig
heden in oude
duiventillen ook
de liefde wordt
hier uitgevlogen
geboren verlegen
ooit het leven
dat daarbij hoort.
Abonneren op:
Posts (Atom)