woensdag 31 oktober 2012

Een bos

De tred en iedere stap die kraakt
het pad bezaaid met tak en kuil

de plas weergeeft in't blauw heelal
dat langzaam aan donker verschiet

vertraagt maar ook de rust die heerst
nevel dat zachter koel het zicht ontneemt

het blijft beleven in overleven fris
de uil verraadt de nacht erdoor

vreemd gehoor de weg is spoorloos
moedeloos door't getarte oog en oor

hoe bijster toch in droom vertaald
hoe't dwalen gaat voor't ontwaakt
hoe wijder ook het heinde ver gaat

dit bos haar schoonheid kwetsbaar
verzonken diep duister wijl ik sliep

Op gehoorafstand

Lost wegverkeer op
tot ruisend beekje
valt een stilte
voor mijn voeten
op gehoorafstand
is het dwarrelend blad
een levensteken
van verval geen sprake
slechts een broedplaats
voor de lente of iemand
daar die er nog geloof
aan hecht met klimmen
van jaren her en der
rankende verhalen
een paar mensen kwamen
op de doodlopende weg samen
kwijtgeraakt hopend dat
weer bij elkaar te rapen
het onbegonnen werk
net toen de winterslaap
ontwaakte uitgeput
door veel geblader



R