O woordenschat
o woordenschattenbout
ik sleutel heel wat af
hoe of het past
of ongepast
toch met haar
kruiswoordraadsel
gaat kletsnat
of spreekt zij
speekseltaal glad
in die zin van haar
in haar cryptogram
waarachter schuil
zoveel naakte waarheid
staat daar nu de ware zin
waaruit puzzelstukjes ik
gebroken of geraffineerd
al die lettergreepjes van het vak
volleerd hier voor alle leeftijden
presenteert voor de hoofdprijs
voor rebusman die van klussen
aan de hokjesgeest
waarin de geest der letteren
goedschiks nog iets past wat ik
laat lezen hoe zij smacht
ik uitgelezen weet
ze is alleen
ze is alleen maar
ze is alleen maar voor
of juister nog het tegendeel?