Ze klimt als geen ander de dagen door
een zucht van verlichting komt daar
uit voort ze gaat voor't schemer uit
neemt afstand van 't nachtelijk decor
als afscheid legt ze haar oor te luister
in de warmte van haar schoot
vandaar heeft zij de toon gezet
wat onverlet nu leven schenkt
in lust voor heel 't aards volmaakte
zinnebeeld dat uit de schaduw rees