Ik kom voort uit een rode lijst gebied
waar duizendschonen bloeiden naast
de wildgroei in de westelijke havens
kon me laven aan de artsenijplanten
dakloze dieven sliepen naast adventieven
water liep dicht van aquaria vegetatie
vogels riepen aria's op gespoten in vijgen
Ik groeide op hoger speelgrond
waar je eenzaam kon vegeteren
jezelf afleerde er te zijn
en bergroos naast tomaat en kameraadje
tuinaardbei at ik me door gepiepte aardperen
die verdween naar het scheen de ijzervaren
met andere vreters bolgewassen en andere
bollenbozen lieten zich gaan door kafferkoren
en ik vertrok met zegelkruid dat hier stond
bij gewild wild en wilders wildst gedijden
Ik stoeide op hoger speelgrond
waar maagdelijk verloor je aftrok
brake gronden jezelf hervond
nabij ruigoord dat bijna verzoop in zandduinen
waar ik ook ging nam ik deze flora met me mee
Ik bloeide opgedekte zandgrond
waaronder moeras nog zingt
toen'k verging 't stenen hart
doorwoekerde