woensdag 6 februari 2013

De man die de lente verzon


Hij had wat lommergroen op het oog
en is daarvoor naar de doehetzelver getogen
die had ingeblikt nog wel wat op het schap
het kon er wel mee door
tegen enige vergoeding dan wel er tegen op

om een likje te doen wat het wel kon gebruiken
was een kwast en dat behoorde daar dan ook bij
die moest er zeker voor wat streken bij verstrekt te worden
hij was dan ook wel opgetogen met wat ingeblikt groen
dan zou de wereld zich wel veel beter tonen

hij schilderde zich een werkelijkheid
die in zijn dromen al begonnen was
zo voorjaar uit te beelden was
zag hij het in zijn stoutste dromen niet

want achter het huis daar stond een takken bos
die al maanden lang een lakje nodig had
maar vanuit zichzelf de werkelijkheid niet kon kleuren
maar wel vanzelf spreken alles verloren was

hoe kon het dan ook gebeuren
hoe had dat ooit zo kunnen gebeuren
dat al bladerend door dor en dode rot
er geen leven te bekennen was
dat nog van kleur wou verschieten

desnoods zich groen en geel wou ergeren
of spontaan ontsprong aan wilde gedachten
er waren eerder vrouwen zat die zaten te wachten
in het groen met de prangende vraag
of hij het nog wel wou doen
toen was hij er wat verlegen mee
om nog zo groen het in het wilde weg te doen
aan groen ontbrak het dan ook niet
alles leek in die dagen maagdelijk groen
maar dat was toen

nu was nu wat er ontbeerde groen
hij liep met blikken vol
hoopgevend groen
te hoop door zoveel bomen
het bos was nauwelijks bekoorlijk
rare staken schaduwen en vocht
dat strijdlustig te keer ging met het mos
je kon er bijna geen vat op krijgen
hoe hoog bevlogen goed groen het zou doen

hij had eerder al
voor de aanschaf uit van blikken groen
zich beraden over groen
daar had hij al heel wat sterke staaltjes
kleur verschieten gezien
en voor de keuze viel
op het meest natuurlijk groen
dat uiteraard de keuze verloopt
met het vele bomen over groen
bij voorkeur dus geen rijtuig groen
dat had al zoveel op z'n geweten
het had niet veel gescheeld
of de wereld was er te vol van geweest

dus bij voorkeur toch lommergroen
dat lui bungelend uit de bladeren
met licht harpen het bos bespeelt
of woud groen voor om de hoek
waar alles nog groot en onbedorven leek
of bosgroen voor het pesthoekje hier om de hoek
desnoods voor op de takkenbos
dat zich daarmee wel aardig
lentelicht zou tooien in de plooien van het land

hij had besloten alvorens te besluiten
de cetabever te raadplegen
die had immers in het verleden
al zoveel met bomen uitgevreten
wat toen toch wel afschuwelijk was
bosjes vielen bij de vleet
dus hij was nu welbewust
te raadplegen geweest
in het conserveren

ook nam hij zich voor
om wijzonol te raadplegen
zij rotzooide eerder wat
achter gesloten deuren
met voet bij stuk houden
dat voor het luiden uit
men de kerk uit moest
zij wist verschrikkelijk veel
over rottigheid in bedompte uithoekjes
over overspel spelen met banvloeken
uit spreken over verfsystemen
die anders van kleur bleken

er was nog iemand die veel wist
hij kwam uit sikkens, een geit
die er wel kaas van had gegeten
veel had hij er te grazen genomen
dat wel doorgaans jong en mals
meisjes bijna in het gras
zo sprietjes dun uit de grazige wei
hij nam het er dan ook in zijn lente goed van


hij had veel genoten van schon genoeg
groen voor hij
door zijn eigen vuiligheid
alles bedierf
moest verkassen naar een andere onbedorven plek
maar hij is rein geworden zo opgehokt
bekeerd van zijn milieudelict
wist hij nu wel hoe groen
het allemaal moet lijken
om niet weg hoeven kijken van het aarden rijk
een paar anderen, velen was hij al vergeten
heeft hij niet bezocht

het kwam altijd op hetzelfde neer
wat ooit was zal nooit meer komen
groen is elders altijd beter te verkopen
dan bij jezelf hier om de hoek
vandaar ook dat hij met eenvoudig
plantaardig groen het lommerrijk kon bestoken
met wat hij had aangeschaft

dat was natuurlijk natuurverf
aquamarijn was ook zo een schat
die haar borstels wel met hem
welwillend wilde kuisen
na gedane klus hij was verguld
de boel raakt er van opgeknapt
de knoppen staan te barsten
van de tinten die hij verzon
in het vroege ochtendgloren
van de aangebroken dag
een die met lengte zich al onderscheidde
van de omliggende korte dagen

alles droogte en werd groen
de verzonnen zondag kon beginnen
neen ving aan met volop zon
het popelen was er dan ook naar
het barsten welhaast uit alle voegen
en naden kleur verschietend groen
de man is opgetogen
over zijn verzonnen lentedag
naar huis getogen met een verhaal
dat hier nu juist voor hem werd uitgeschreven


de man zelf is erbij ingeschoten
hij is uitgeschreven trouwens
ook blijven dromen
zo is het ook gekomen
dat zo nu en dan
zeg ieder jaar

hij zijn droom bewaarheid ziet
door vele ogen
die anders domweg vergeten
hoe groen het leven toch wel is
dat wordt genoten en iedereen omgeeft
maar toch wel sprookjesachtig bleef
al was het maar voor even
wanneer men even stil zit
te genieten in het verzonnen
dat alleen maar lukt met niets
doen om te laten
wat vanzelfsprekend gaat
genieten.


hij ook zo van voet bij stuk
zelfs wanneer het daar
al wat was gaan rotten
kon het hem niet velen
dat er zoveel leven nog in hem
ook hem omgaf dat anders
dan hij was een fraai voorkomen had