zaterdag 22 juni 2013

Vervat

Nog net geen droge ogen van het snoeien
bekomen snapte hij de ballonteksten eindelijk
die werden uitgesproken hoog boven de kinderhoofdjes
verheven die ratelend onder hem verdwenen
de chemie waarmee hij de kost verdiende
maakte diepe indruk in het reukvermogen
van die er lucht van kregen
dat met windmolens malen
veel kapitaal kon worden gehaald
uit niets dan bewegen
dat uit geen destillatietoren kon
ontsnappen zonder te vervluchten
liet hem het nakijken van het leven
zoveel onvoldoende leek genoeg
om ervaren er aan te ontsnappen
hij was overwegend verkeerd
afgeslagen in de tijd
waar wonden werden geheeld
gestolen uit een vaag herinnerlijk deel.

Heel't gewoon in 't voorbijgaan

een ruk naar link
zonder vel over been
klagen is dodelijk gemeen

overzichtelijk zwijgen
maakt spiritueel
schept rust met lijken
ook ontkennen maakt
geen vlees tussen de botten

het zeer zit immer
vertrouwt daar binnen
tekens negeren
werd een karaktertrek
van hooggeleerden

dorstten hongersnoden
geleegd met megaoogsten
opgediept uit het archief
dat grofgebekt in digitaal
ontkend hoe opgegraven
botten in de soep
ooit naar meer smaakten
dan heerlijk wild gewas
dat gekruid zo verrukkelijk
klonk in de doofpot
waarin kinderen klaargestoomd werden
voor het laatste avondmaal

op verder hysterisch vooruitgangsgeloof
hersenloos naijlend
van een verschrikkelijk
uitgeteerd verleden in de boezem 
van moedertje
staat het kanibale trekje gemaskeerd
dat nu grimlachend de wereld aanstaart.

Voorbij het op tijdsein ouder worden

Ik leef
in de hertaling
alles is niets
word ik ben
al zoveel
voor mij
uitgeschoven
dat niets meer
achter mij ligt
rust in vrede zelfs
staat hier op niets
uitgeschreven
wat rest is wat er
van mij nog over is