zondag 18 januari 2015

Nog even voor het slapen gaan

Ik kwam nog even
Gewoon voor dat laatste
Dat ene enige wat rest
Weg te nemen gewoon
Dat laatste sprankje
hoop

Those where the days

De dagen waren lang, meisjes borsten bandeloos
dansten op de dam waar rond kerst 
een lullig boompje kwam te staan
alles was wat kariger en mager ook
vuurwerk 
nog niet uit de boze en verder 
was niemand echt bolle boos
je mocht nog mee doorgaan
doodgaan of gewoner opvallend
zij
alleen je ouders waren uit 

de ouwe doos gelijk oliebollen bij
de vleet koud vuur tot het je zuur 
op brak maar iedereen was aan
het grass het gas en de juten zat 
waren nog met verkeersborden 
in de weer

iedereen ging tekeer of juister 
luister nog een keer tegen het verkeer 
dat
op het balkon van lijn 7 
met houten lijsten te aanschouwen 
viel met een luttel koopavondje 
voor het plezier en kattenburg nog bevolkt
zich niets gelegen liet of anders 
was dan een kroegentocht

met vaag nog een herinnering aan het geboomte 
op museumplein
was mokum meer madurodam 
dan een volwassen stad
waar puberend je jeugd afsleet 
tot de afgrond rondracend gevaar op
de floret die anderen weer kreidler 
noemden voor de pret
met vreemd genoeg een noordzijde in west 
dat naar het scheen
een winput is geweest 
voor zand dat iedereen in z'n ogen wreef
toen alles opgespoten leek 
op een woestijn en leven meer en meer
drijfzand bleek waarop nieuwbouw werd gepleegd 
en roofbouw op het waterlooplein 
slagveld van de metro werd 
en ik bekneld tussen Osdorp
en het geuzenveld roemloos 
in een slotermeertje zwom 
waterratten bleek die dagelijks heen
en weer de grote stad aan deed 
omdat alles door weer en wind omgeven
daar tussendoor m'n dagen sleet 
in alle toonaarden 
van de jubelende tijd.