Ik ben hene gegaan
naar uit lood staande
grauwe abelen
in wier tooi de herfst
tint in vergeelde kleuren
een rode blos op
spaarzame momenten
het weidse vergezicht
van eeuwig verwaaien
drukt zich hier omzichtig
zilverschoon uit
in scheve bomen
stram liep ik daar
tussen hun lede ogen
de stammenstrijd
twee rijen dicht
geplantte kronen
in hinder van de weerstand
die genoten werd om nimmer
omwaaien maar ruisen tegen
ieder windgebrul van builen
hoe hoger van de toren ook
daarin taai hout sneuvelden
aan weerzijde van mijn wegen
waarop ik overwegend loop
omgeven door de keuzen
zonder kiezen met wind
voor of tegen zeker heden
omgeven mijn tweespaltige
natuur
donderdag 16 september 2010
Pikant
Er liep een burka voor mij uit
op straat,
ik dacht gelijk aan Heerema
Het waaide ook, vandaar.
Er waren meerdere vrouwen daar.
Geen gekleed, op enkele na, gelijk moslima.
Opdat de spanning steeg,
als erotiserend zwart gewaad.
Wapperend, vrij lustig en onzedig haar,
zwoele bries met 'n doldrieste draai.
Zo graaide gods adem gretig aldaar
door 't vrouwelijk protest op vrije klederdracht.
Het opstootje van windkracht acht
toonde uit alle macht de wetten
tegen de zwaarte kracht.
Van mantelpak tot en met in spijkerstof
strak vorm gegeven bilpartij blies
tevens fleurig kleurig rokkostuum op
het soepel dun doorschijnend lijf
danwel een lubberende buikje raar.
Dit dat schuil hing
achter ook de bloemetjes jurk
die losbandig om enorme borsten ging.
Schaamteloos blies godspartij het schoon;
geen vuiltje aan lucht, Hij verkoos immer
partij voor vrijheid en voor deze keer,
alle dames zeer luchtig door.
Tot plotsklaps lustiger nog
Zijn hete adem die de schepping verzocht
de ware aard van de verhulde
vrouwelijk schoon te tonen.
Geheel ontdaan uit godsnaam
blies hij de burka op,
tot één frivool nachtgewaad.
Daar onder school zowaar
in Eva's kostuum
het maagdelijk blank gelaat
van de smetteloze vrouw:
Het paradijs op straat bestaat
bevrijdt door duizend ogenparen
in deze zalig onzedige strijd.
Zo stond zij daar genakend naakt en bleek
een kostelijk zwarte toog te bungelen
aan de vlaggenstok. Alwaar
een ieder schande sprak '
dat Neerland zo verandert
in een islam staat'. zolang
als dit gewaad halfstok daar
blijft steken op deze Prinsjesdag.
op straat,
ik dacht gelijk aan Heerema
Het waaide ook, vandaar.
Er waren meerdere vrouwen daar.
Geen gekleed, op enkele na, gelijk moslima.
Opdat de spanning steeg,
als erotiserend zwart gewaad.
Wapperend, vrij lustig en onzedig haar,
zwoele bries met 'n doldrieste draai.
Zo graaide gods adem gretig aldaar
door 't vrouwelijk protest op vrije klederdracht.
Het opstootje van windkracht acht
toonde uit alle macht de wetten
tegen de zwaarte kracht.
Van mantelpak tot en met in spijkerstof
strak vorm gegeven bilpartij blies
tevens fleurig kleurig rokkostuum op
het soepel dun doorschijnend lijf
danwel een lubberende buikje raar.
Dit dat schuil hing
achter ook de bloemetjes jurk
die losbandig om enorme borsten ging.
Schaamteloos blies godspartij het schoon;
geen vuiltje aan lucht, Hij verkoos immer
partij voor vrijheid en voor deze keer,
alle dames zeer luchtig door.
Tot plotsklaps lustiger nog
Zijn hete adem die de schepping verzocht
de ware aard van de verhulde
vrouwelijk schoon te tonen.
Geheel ontdaan uit godsnaam
blies hij de burka op,
tot één frivool nachtgewaad.
Daar onder school zowaar
in Eva's kostuum
het maagdelijk blank gelaat
van de smetteloze vrouw:
Het paradijs op straat bestaat
bevrijdt door duizend ogenparen
in deze zalig onzedige strijd.
Zo stond zij daar genakend naakt en bleek
een kostelijk zwarte toog te bungelen
aan de vlaggenstok. Alwaar
een ieder schande sprak '
dat Neerland zo verandert
in een islam staat'. zolang
als dit gewaad halfstok daar
blijft steken op deze Prinsjesdag.
Abonneren op:
Posts (Atom)