woensdag 11 september 2013

Er in tuinen

Er hoort vooral een raam bij
het kozijn en ik wij daarin zijn
samen buiten aan het spelen

met licht

ik kwam in de nasleep vol
verkleefde aarde aanzetten
onverdiende sporen die weer

gewist

kleefkruid zeurde ook nog even
heb het daar gelaten waar't kiemt
de gedachtegang overwoekerend

verweten

toch verdorde ook dit ogenblik
tot prachtig stilleven in 't najaar
van de zomer waarin ik bloeide

ooit

tevoren, er was geen bestandsgrond,
bouwde ik een tot hoop van los zand
gesmeed gebergte vol ravijnen

vreemd

gegaan tot na de wind en regen
vervlakt nieuw leven daarop ontstond
wijdst gebaren waar of de horizon nu toch

vol

behagen van beukenbladeren
bruin aan jonger twijg maakte de winter
ondoorzichtig voor een jaargetijde

zat

daar een herinnering te flierefluiten
op een lijsterbes gelijkende pracht
de verrekijker loochenstrafde het af

stilte

brak door het oog van de storm
vreemd genoeg een zeer zware tak
beschadigd maar voldaan was ik

opgelucht

gaan ademhalen in de pauze
van mijn bestaan naar een notenboom
waar ik ook veel kon ledigen van wat ik vond

uiteindelijk

was het kunststof glazen huis
dat ongezien zoveel uitzicht bood op teelgewas
zoals je de toekomst ook ziet groeien

wanneer

je er op wacht je wacht erop
met water geven onverwacht toch vruchten
oogsten veel zoeter dan verwacht

mocht worden

ruiten bieden beschutting bij't naar buiten kijken
weersinvloeden voelen zo altijd behaaglijk maar
ook ontstaat gemis aan strelen van stralen