woensdag 25 mei 2011

Test

Ik verzin

Alle wonderschonen zijn terloops.
Niets is langer dan één wijl gewoon.
Vergankelijkheid is echt,
de laatste troef. Hoe bedroeft ook
die ene glimp op de werkelijkheid.

Ik schijn gewoon
fantastisch
te zijn.

R

De man met inhoud in zijn hoofd

het in wezen inhoudelijk leven
verder onbewezen licht
in de haast al bijna onbeschreven
er kwam geen leven uit hem voort

alles aan elkaar bedacht schiep hij
van vlees ontdaan in zijn abortoir
waar iedere vruchtbare gedachte
ontleed zich voor deed als nieuw leven

het vatte vlam brak zeeën in tweeën
stenen stroomde helder over water
hij ging schrijlings daar zelfs over
veranderde zijn bloed in wijn

er was niets dan niet
opgewekt werd tot vergeten
vruchtwater voor zijn zielsrust
weten hoe diep verloren
kan bestaan met weten.
-
Alles ging voor hem uit
bleef of in die zin overdreven
werd in oude aarde beschreven
want wij zijn nooit
iets voor hem geweest