Dat eindeloos weg kijken vergaat mij goed
ik zie het naderen steeds vaker als punt
het is het neigen naar minderen tot niets
dat gaat mij goed af zover ik dat overzie
Het is het verrekijken in het wilde weg
langs de lijnen van de geleidelijkheid
voorspelbare nietszeggendheden op
drift van de overgankelijke tijd daarin
Het verschiet waarin ik zo overtreffend
in dit verijlen tot lucht mezelf hierin zie
weerspiegelend als op de ingeslagen weg
gewichtloos ongenaakbare warmtebron