maandag 12 augustus 2013

De komende tijd

Ik zat er op te wachten, vervoegde het nog eens en trad in het heden. Zo nu staat het goed om te beginnen start ik meteen woord, met een woord, een woord.
Ik denk aan gister en een zeurende recensent, zo een die schrijf- en stijl-talent afdwingt met correctietikjes,wat een vent. Het jeukt me en het irriteert om telkens weer die schoolmeesterske trekjes waar te nemen overal hetgeen ik lees.
Ik ben vandaag in stemming en eenstemmig in koor met vogeltjes en een lap malse tekst dat zo uit de krant op m'n bord is gelegd.
Nieuwsgaren tot ik, ook ik, er gaar van ben, er klaar mee ben, er klaar van kom.
Ik ben nu opperbest de bovenstebeste die er is. Er is ook niemand dus vandaar. De man in mij is heel wat mans, hij,

ik dus, speelt het dus klaar. Indachtig woorden die uitgekleed voor hem staan, raakt hij nakend aan het bestaan het lichaam van de taal aan. Zacht en warm op speciaal ontworpen streken vervult de hand schrijvenderwijs een droom die tot levenslust verwekt zich in zijn spraakcentrum nestelt. Het is vrouwelijk schoon in die zin dat ik daarin kan komen zonder enig commentaar. Achteraf bezien schieten uitdrukkingen tekort om de waterloten van genot te weerleggen die uit zulke momenten ontsproten. Ontspruiten zou het moeten zijn, maar je mag nu eenmaal niet in en uit de tijd stappen omwille van de leesbaarheid.