Onderwijl kweelt radio vijf nostalgia
terwijl Shaffy vier op de iPad speelt en
Ik nog weet hoe het billboard
onder m'n ogen een kunstwerkje werd
zwartwitter dan bezopen kan het niet
met kattenboten in de stadsgracht
van dolle minaars die geen vijgenblad
meer voor de schaamlip nemen
Ik was nog ergens tussen in
een fatsoenlijk mens en stuk tuig
dat geen bemoeienis heeft met wie dan ook
dan vluchten van godsvruchtig heden
hoezeer beleden ook viel onttuchtigen best wel
mee al was nuchteren een helleveeg
en bezongen het stomme wicht dat ladderzat
in liefde bezonken rood met een vagebond
de goot naast mij ingenomen had ik vernam
nog gras dat achter een heuvel afgevreten was
maar telkens weer klonk in het lokaal ontgroend
dat verdomde laatmaar wie z'n eigen gehoorgangen
wil gaan ergens schuimden we de zestiger jaren af
de grachten stonken zelfs zwaar beschonken
al snoerde de kledingstukjes het vlees al af
in bedekte termen een vriend die z'n moeder
voor hoer aanzag was toen doodgewoon
omdat godshuis al de hel was voor een luisterend oor
veel lager kon de wal niet raken
nu alles zonnenklaar in een woonkamer
gewoon weer tot leven wordt gebracht.