overtroffen treffend haar tred
verraad hoe duister schoonheid oogt
dat sluiks haar huid met steelse blikken
nagejaagd van oogwit uittredende pupil
met de wil van de begeerte zij uit liefde
voor het zijn zo vol
van lichaam overgoten taal
zo dansend laat verstaan
dat ongenaakbaar teer weefsel
aan haar kleeft van een zinnebeeld
voor haar schaduw uit niets schuwt
dat in de zon verscholen gaat
--