toen door de regen heen
een schooltje spreeuwen
kwam aanstromen
ik zag bellenblazen op de weg
met zekere aandrang ging ik
over de geploegde aarde droomde
ik van koolwitjes nabij de havenmond
en verstomde terstond toen
verder zwart voor ogen ik
steenkolen aanzag daarvoor
brak alles op en ging tot aan
de horizon verschijnen