zondag 25 april 2010

Wij verliezen steeds meer grip

Het is de tijd die tegen zit
een aardkorst die veretterd
openbarst een zak met as
een vage streep die door
de rekening raced een
gestrandde vent die zonder
contrails de benen neemt
het roet dat in het eten
vergeten doet hoe co2
uitstoot je koppijn bezorgd
terwijl je doodleuk de koude
kleren hervond in 't nachtelijk
slapeloos dwalen wijl je rusteloos
speurt naar asregen opgeleukt
glanzend gelakte werkpaard
dat uit een leaseplan is
verkregen dat jij zojuist
verruild had voor hét
goede doel van plan
waar zoveel kindjes om
verlegen zaten al was het
maar om het sussend geweten
dat het fijnste stof blijft zweven
je maatkostuum voor deze zomer
in een lijnvlucht uit het leven
------
want ach er werd zoveel
gestrand verkeerd begrepen

--

Alleen op de dood staat leven

Het wezenloze prille riet staart
maagdelijk in een groen verschiet
van speenkruid geel vergankelijk
leven dat wat scherp gekant zijn
keerzijde kent van overdadig leven
gegriefd in steen de wal weerkeert
doorstaat een zomerstilstaan wuiven
tot de maaibalk tot zeis bekeerd
de verstervende halmen tjokvol
van onderkomen van de wintergast
het laatste maal als onderkomen
voor de vuistweg uitgedost verpest

--