breekt op glazen
zwiept het gras
de dichte aren
tegen de aarde
verzet in regen
felle halen streken
niets om de donder
laat luider licht
ontsteken in geweld
dat is geweken
van wrekend water
blijvend zwart
hemels weerkaatsen
gelijk reeën die voor gaas gaan
in de beslotenheid van veiligheid
zichzelf gebonden weten in 't gevang
o lotgeval van rolstoel in het wrakke lijf
ontwaak als huurmoordenaar
uit de schoonheidsslaap om af
te maken waar het leven voorstaat
een lift die tot de hemelpoort gaat
omdat er niemand en niets tussentijds
het spoor verlaat dan omhoog
de eeuwige verhevenheid van dood
in wit gewaad daar in voorgaat.