zaterdag 8 oktober 2011

Stromen

Het zand loopt over't strand
van steltlopers sta je daar te kijken
hoe de zee krimpt naar het land
golf voor golf terugtrekkend stromen
bij't ontwaken weet ik
daarvan de voornaamwoorden
voorwerpen geven handreikend
daar verkleumd het zwijgen aan


R

Dromen

Klein boekje klein hoekje
ergens zeg een blad
zijde of honderd
dunne ingebonden
papieren vervuld van mij
zonder ooit er één woord
met de hand geschreven
daarin verstomd liggen
had ik maar één ronding
met tong die zong
een raking kunnen krijgen
ik zou ze uit die mond kussen
tot klanken keuren tot zinnen
die ik daarin hervond
van lippen afgesproken
wat ooit uit mij verstomd

Dit is van tweede orde

Zie de bui al hangen
neerslag op 't eerste gezicht
regenbogen buigen af
licht breekt ik wacht
af als de nacht
de wolkbreuk
wordt hiermee gedeeld

het scheelt dat ergens
de zon weer schijnt
al is dat voor even

valt er wel genoeg
al valt dat ook
weer tegen

Man met naald

't stak en spoot daardoor
brak en in de goot her
vond in koor de man
zijn draad van't verhaal
waarna hij verder is
gegaan met aan
eenrijgen van't bestaan