zaterdag 3 december 2016

Het papier staat me tegen
dus ben ik voor nu uitgelezen
de foto's stinken glibberig
uit de pagina mij toe
het is de inkt te dik de letter
te licht verteerbaar op t eerste gezicht

Vaderlandsliefde

Wereldleiders gaan over lijken
maar wie om mensen geeft
laat het lijden achterwege

hangt zijn geloof niet op
aan gods gebod of

om clericale redenen
weet dat hoop komt

waar niet de religie maar
de traditie is verdwenen

waar een ieder los van geheugen
bevrijdt leeft in verworven heden

een moedertaal om mee te spreken
en gevoel van kinderen hun geweten

Bestaansrecht

Ik heb me nooit verdiept
zag de keerzijde ook niet

al waren de nachten
verstikkend in lakens
van eenzaam zijn
aan de huid verkleefd
met ontlasting van
het dagelijks lijf

bedekt met gedachten
die nooit uit zichzelf
voortkwamen maar
de dagen gesloopt
in het niets verdragend
lijf dat het heden liet
branden gelijk een matras
verzadigd van de lusten
die het had verdragen

ik was voorbij gegaan
zag de smeekbede
voor het ljjdzaam
bestaan als lijkwade
voor het dagelijks bestaan

in al die dagen dat ik kwam
rook het huis naar
een verteerd bestaan
waarin zoveel is afgeleerd
dat kinderen eruit verdreven
rond slopen gelijk de dieven
van het ontstolen vaderschap

dat tot inkeer gebracht
langzaam moedeloos
uitgestorven raakte
hoe hard ontkend toch

de vader bleek en uitgebeten
zeer bemind het kind uitliet
dat teveel vergeven was
maar nu terug thuis
een gloeirest vond
van wat ooit liefde was.

Gestommel

Uit de gladde gangen
sluipt geluid
de eenzame ruimten in
het werkzame deel
van de wanden geven
even geen krimp
bjj't naderen van de bloemrijke
klomp die rap de deuren opent
waar ook de gasten verdwalen
in hun verblijf van tenenkrommend
ach en wee en dan snurkt de ruimte
in hun geest voorbeeldig zoals geweest