donderdag 6 februari 2014

Springlevend

Het zijn gewoon
wat naakte feiten
op een rijtje
(in de aard der zaak)
laten weken
rimpelhuidje
dat straks weer strak
stijf gelijk een eikel
om het erwtje zit gegoten
om weer uit te lopen
op een bonenstaak
recht omhoog gestoken
geheel vervlochten
in de louterende lust
te ranken en te klimmen
naar de hoogste toppen
van genot
om daar gekomen
uit de bloeien
maagdelijk witte rokjes
omgorden nog het
inmiddels weke peultje
dat dadelijk
weer knapt
van in zaadgeschoten
goed
zo smakelijk
genoten zoet.

Weke poëzië

Uit een poel vol van goudkleurig geschubden werd er eentje weggevangen

in een netje van saffraan gesponnen draden heerlijk toch die ziltzoete klanken

van het luchthappend smachten en het dorsten kieuwdeksels te snappen

waar het hier toch over gaat wanneer zo luchtig lichtelijk ontuchtig toch

het vrouwelijk vers weer opgediept vanuit inktzwarte waterbodem leven

zo onuitputtelijk veel geluk tussen de regels door weg te vangen valt

een rijk bestaan van louter maar gelauwerde woorden spartelen nog

sappig op de trommelvliezen na van het opgediste schone aan de haak

nog nooit vertoonde kleurenrijkdom dat parelenmoer glanzend licht beschenen

toch zo vrolijk ironisch en iconisch alle ogen vochtig opgelucht weer achterhaalt.