zondag 1 mei 2016

aftands

Z'n naam heeft hier en daar een nieuw jasje 
aangedaan die oude dijk 
op z'n breedst een afgegraven kruin
smaller dan voetpad er dwars doorheen

Ach dijklichaam dat daar staat, ligt, rust of slaapt
ontwaakt nog hier en daar in het dromenland
al heeft hij er zijn hoofd niet altijd bij
met een waterhoofd daarin zich siert
tot een kanaalpandje of beter nog 
uitgewoond huis dat onbewoonbaar verklaard

een bijna vlak stuk niemandsland
waar vaak de aflopende zaak nog tastbaar
in de tuinen van de welvaart 
van het zoetste water staat
stroomt de uitkijk naar 
wad eigenlijk verderaf staart 

Smeer um

eens wellicht de oudste woonstee van het hoge land
geïmplodeerd tot te saneren bult in een windbuiil
van weleer staat nu voor paal het smeersum hier
een kale puist verheven met boom of wat na

NP 6h






























de pieperfabriek zwoegde zich adembenemend door de stilte
onzichtbaar ook was de karekiet in het uitgeloogde riet
mijn schaduw kromp lomer voor mij uit dan ik voorzag 
op de weg die ik aflegde naast overdreven veel wolken
in spiegelbeeld ik beeldde mij in dat ook ik in de wolken
ben zwemmend tussen kikkerdril hoogverheven dan
stamboekvee dat al malend  de kruinen afgraasde
eindeloos is op den duur iets wat daar verderop rust
een stip die wegvloog bleek een kiekendief 
ik kon weten noch zien of het grauw danwel blauw 
betrof wat er aan de horizon verscheen bleek ook
oogverblindend de verleden tijd die nu opstond 
gelijk ik op m'n klokje keek en zie dat het stipt 6 uur
is op de noordpolder waarover ik denkbeeldig zweef.