maandag 28 november 2016

Bloed ii






-----------------------------------------------------------------------------------------------


















Tegenover mij zat sint
incognito als buitenman
deed er het zwijgen toe
al werd hij door een oude
man herkend ging toch
z'n vinger over z'n
behaarde lippen heen

terstond gaapten de kinderen
met open staande mond vanuit
het poppenhuis de oude baas
verzonken in een fotoglossy
stomverbaasd aan

ze haalden de gemiddelde leeftijd
wat naar beneden in dit voorportaal
waar anderen braaf de beurt afwachtten

speelden zij nog even vadertje en
moedertje betuttelend met mama
op de achtergrond mompelden
de bejaarden of het een lust was
-
dat laagstaand stemmig licht verblindt
het leidt geen twijfel voor mij
het bestaansrecht in een oversteek
waar op een onbewaakt moment
alles voorbij snelt op een enkel
spoor dat doodloopt bij rode school

vanuit Baflo fiets ik een gedicht in
dat half verroest in schroeven hangt
voor het opgedreund met accent

wat van een andere tijd bezit
menig boerderij de deel onterft
met het bederf van megastal
en plaatwerk van tijdelijke aard
 
je staat er niet bij stil hoe opgetogen
de kleine havezaat in haveloze staat
vervallen is geraakt door een orkaan

en prachtig licht een inval doet
op steunberen die het verdragen
zat met voetrot bezwijken
voor de last van eeuwen
op hun dak verzwakken

de tijd loopt opgewonden
op rolletjes m'n arm langs
het zijn de uren die tellen
in de stille omgang van de dag