vrijdag 2 april 2010

Vrouw

Zoals het dal de berg
daar achter weer een dal
de berg verheft diept
de berg het dal uit
voor zijn aanzicht
verzinkt in een gedachte
van een vrouw.
dat lichaamloos gezicht
verzonnen in een gedicht
van grote hoogte
tot diepte punt
schiep het landschap

krom van welven weelderig
begeren meanders van stromend tij
tot vergezicht in het verlangen
uitgesleten naar het glooiend gelaat
dat in de schemer hoogverheven
haar schaduw voor zich uitwerpt
in versteend aflaatglijdend maagdelijk
ijswit en onbezonnen
grijzend naar
haargrenzen neigt

--

Adresboek

Met name die er niet meer toedoen
staan verwijderd opgesteld in de vreemde
tekens uit een buitenlandse sfeer vergeten
maar eerder veelal met reden opgeslagen gereduceerde smaldelen van het geweten
hooguit een regel met versleten contactpunten waar naar willekeur geen
vonk meer afspringt
ingebrande plekken in het hart zwart uitgevreten
beschreven lettergrepen zonder taal noch teken
afgeschuurd tot blank gewist geweten
in de regel sprekend nietszeggend
dode dingen die er nooit meer
iets meedoen
iets toedoen
iets voordoen
iets dat te na
iets dat teveel
iets uit liefde
iets met gevoel

--

Het idee bestaan

Denk eens na over zijn en toen je niet was
je had er niet om gevraagd te komen dus ben je
ongevraagd gekomen om te blijven wie je bent
een ooit ongeboren kind die nu bestaansrecht
ondervindt in zijn wie jij bent een idee wellicht
die nadenkt om te komen waar anderen je zien
--