waarin zo bezopen water scheen
gelijk een matras waar in
ondergedompeld dromen staan
gelijk treurwilgen te schemeren
ze vroeg nog of het in de weg stond
waarop ik meende dat het de fles was
die aangebroken duidde op haar fiets
waarmee ze wegreed vreemd genoeg
hoe onzeker een recht pad met slingeren
een omweg werd die ze nam om uit zicht
te raken met asfalt dat eindigt om de hoek