zaterdag 5 november 2011

Gat in de wereld

Ik ben het wad
der zee in mij
spoelen zoveel
mensen aan
ze lijken allemaal
overdrijven ook
naamloos aan mij
voorbij met tijd
ik ben het wad
dat oeverloos
mensen neemt
voor wat ze zijn
ze zijn aan mij
voorbij gegaan
in alle gedaanten
vormen zij aan zij
daar alles mee
wat gezegd is
zijn zij een wad
in mij wat neerslaat
en begroeit raakt
met de tijd
die open haalt
in kreken vol
van pijn vergaat
Ik ben het wad
in mij gaan
alle mensen
voorbij

Dit alles onder ons gezegd

met compassie bovenover
scheert een kiekendief nabij
de dijkcoupure de kale kruin
en maalt nergens meer om
nu de muizen uitgekauwd
in braakballen zijn vereend

het water dik van leven
springt zilvervlies er boven
uit roeptekens krijsen
is een kwelder gegeven

traag verzinkt de zon
in gedachten aan de kim
verschijnt oranje geel
een vergezicht
dat afdroop in duister