woensdag 28 september 2011

Man en boom met aangetroffen egel.


De dag brak door duizend flarden wolkendek, scheurde verder over de lichtweg

tot er een gouden baan over het asfalt heen mijn oogverblindend toescheen.

ik was getooid in dauwnat spinrag, geheel bevangen door het pad dat ik eerder doorlopend nog betrad,

alvorens ik in de gekte van het beslagen voertuig zat, van teveel geraas in paardenkrachten uitgedrukt,

me pas kon verwonderen hoe mooi een dag geboren was, in nevelen gewikkeld voor me lag waarop iemand eerder opgetogen de boom aan had gedaan,

ontstegen naar hierandermaals gelijktijdig met de uitgereden teneergeslagen egel, een stekelige aangelegenheid

de boom, één in de rij van velen, stond nog wat geblutst erbij in kleur verschoten abeel te spelen in een herfsttooi,

dat wat blikschade opleverde voor op oog van deze dag die toch verder hemelsblauw weer verder voor mij alleen opdoemde van alle stilte weg.


Je zou nog kunnen denken;

iemand is mij voor geweest bij't inhalen, wat anders ook wel op zijn pad gekomen was met z'n hoofd erbij houden. Maar dan wat later.

Ik ben op m'n dooie akkertje doorgereden naar een ander voorbestemde plaats,

lichtelijk ontdaan maar mist voor ogen, beneveld maar bevlogen, kortzichtiger maar helder bovenover, op deze toch wel stralende dag.