zaterdag 29 augustus 2015

Achter de glazen

De dichter verzint vrijwel niets
in zn troebele poel 
van zelfgenoegzaamzijn
staart hij rotsvast in zn spiegelbeeld
snavelt er scherpgebekt de goudvis
voor de vuistregel weg die hem 
welgezind mans genoeg lijkt 
om wereldkundig gelijk de profeet
blijk geeft van zijn zieners blik
hoe scherpgericht hij richter noch reiger
slechts pennenlikker blijkt op het tablet
daar niets dan digitaal maar onverlet
zijn vluchtig leven prijkt 



R