Het gutste woorden
bezweette zinnen dropen
Klieren perste wilde strofen
Voorhoofden werden opperhoofd
Glad van stralen en weer wissen
Spraken tongen vloeiend samen
Uit de kieren en de naden
Huidplooien en beharing
Verkleefde alles samen
De hagen preekten zedig
Rozen weer zinledig
Alles stak en doornde hoger
Tot een duif het laatste woord nam
Brak al koerend de rust in tweeën
Gedwee verliepen de barre voeten
Naakte armen en blote benen
Door de muren heen verzwegen
In de stegen nagalmend weergeven