donderdag 17 juni 2010

West werd oud west

Toen ik er aan kwam was het nieuwbouw
zo'n vlucht naar buiten in toen
grootstedelijk verband in nieuw west
geuzenveld en slotermeer alles blonk
de wederopbouw stonk nog naar beton ik was te jong om te beseffen dat polders
teloor gingen aan vergeldingsdrang vreemd genoeg hield de eendracht
redelijk stand daar kon je buiten spelen lagen urnen en mammoetskiezen
te graai werden schuren uitgebrand
leerde je vingeren omdat je acht werd man was en iets te zijn

nooit gedacht dat gastarbeiders behalve vuilnisman italiaan of spanjool
ook eenzaam konden zijn en hetzelfde dachten
maar nu zelf wat jaren verder heet een allochtoon
die nu mijn jeugd uitwoont tot een meerderheid waar ik nog zoveel
eerder de beest uithing

we droegen andere kleren boden onderhand
verzet verstoorden meer dan dat we ons stoorden met vertier
maar kwamen op hetzelfde uit
al leek het toen bewust gekozen drift
waar geen speld meer tussen te krijgen
viel alles anders uit en werd en moest tegen vervuiling van die netjes was uitgevonden een verzetsdaad die je pleegde werd een goeie linkse
je nu weet hoe hopeloos hetzelfde alles is gebleven links verloederd rechts verzacht alles zwaktebod niets dan middenmaat
een stad die schaalt wat op met bankwezen en raakt bevolkt
met autochtonen waar de ouders
met vreemd accent het tegendeel van beweren
wij hadden overlast van geimporteerde drenten en friezen
die volslagen anders bekten
is de boer al op de vlucht geslagen
kwam die binnen of heet
natuurbeheerder wat uiteraard hetzelfde
bekt 't is onveranderlijk groen dat het loodje
legt en je je ergert aan de jongetjes na twaalf
die zich ergeren aan homo's joden en zichzelf terwijl ik me goed
gereformeerd herinnerde
dat de term nikker en voddenjood bestond
poten en potten de kerk uit werden gesmeten
waar je je dan lekker tegen afzette
als tijdsverschijnsel van overdrieven
depressies omdat het zo hoorde in die tijd
dat niet zoveel opgeschaald werd tot verstoring
van een wereldorde door gewoon bij naam
te noemen waar het hoorde
luisterden men wel (?) ik diep nog weleens wat op aan fossiele rest

tref een werkelijkheid
met prehistorische trekken
die verdacht veel lijken
op het binnenskamer gemompel
dat nu nieuwe media heet
toen hypte bij verzuiling

--

Verberenklauwen

Hand over hand neemt
deze gigant de winkel
over natuur verloederd
geen poot om op te staan
of er steekt vliezig wit
een kroon op het ontluiken
is een overal op normen en
waarden waar eerder nog
andere exoten de kop op
staken verwilderd nu
ons vaderland door deze
gebleekte kroon dat wortel
schiet en zaad ontkiemt
in ons zo maagdelijk schoon
dichtgegroeid tollerante land:
waakt o eng beschermd land
uw erfgoed verloedert rap
--

Wilgenreservaat

De vlieren tot in alle uithoeken om te beginnen
geuren weelderig op het oog van bloeien
maar verder een en al wilg vandaar de naam
reservaat aan de voet bekleed met oneindig
veel brandnetel van doorkomen is geen sprake
zonder sporen na te laten van die inbreuk
in je massief bestaan
slechts een doorbraak door de rietkraag
laat mij binnen de gemaaide banen naar je hart
waarin je brand in laatlicht en vuur je kroon
bestookt komt dicht begroeid de lucht
wat in beweging je steekt uitstekend af

maar waar wilg leg jij je zaad te kiemen
van je voortbestaan als straks je omvangrijk
lijf doorzakt onder het gewicht van jaren
en zelfs je hoogste boom door zwicht
terwijl steeds meer molens om je malen
waarbij jouw kroon nauwelijks neigt