donderdag 17 juni 2010

Wilgenreservaat

De vlieren tot in alle uithoeken om te beginnen
geuren weelderig op het oog van bloeien
maar verder een en al wilg vandaar de naam
reservaat aan de voet bekleed met oneindig
veel brandnetel van doorkomen is geen sprake
zonder sporen na te laten van die inbreuk
in je massief bestaan
slechts een doorbraak door de rietkraag
laat mij binnen de gemaaide banen naar je hart
waarin je brand in laatlicht en vuur je kroon
bestookt komt dicht begroeid de lucht
wat in beweging je steekt uitstekend af

maar waar wilg leg jij je zaad te kiemen
van je voortbestaan als straks je omvangrijk
lijf doorzakt onder het gewicht van jaren
en zelfs je hoogste boom door zwicht
terwijl steeds meer molens om je malen
waarbij jouw kroon nauwelijks neigt