aan onrustjes
in robijn gelagerd
rondtollende asjes
bedenkelijk radar
werk van de tijd
niet veel wijzer
dan tikkend
de seconden
horten na elkaar
kruipen op
de glijdende schaal
de minuten beduidend
wijzer meer nog
maar kleiner
zijn de lompe uren
uit de onomwonden
verleden tijd het sleept
zich op gespanne voet
tussen duim en wijsvinger
door de tijd die langzaam
wijzer behaaglijk veilig
tegen zichzelf aanvrijt