vrijdag 26 maart 2010
tjsus 't wordt wel steeds goedkoper
het celibaat is een kutstreek
daar is dus veel behoefte aan
daaruit vandaan wordt afgeprijsd
god wel steeds goedkoper
Dus ik werd suggestief
Een duizeling wekkend deel van mij
Zag er niet uit maar keek er naar
Een ruimte die ik innam was zacht
Nat washok van mijn geweten
Spoelt en spoelt en weekt weer
Los van dat alles staat onbegrepen
De oude wringer waar tijd weer smal
Slank geperst wordt tot overzichtelijk
Plakje tijd waar ik geen enkele ruimte in
Zag in nam dus vloeibaar uit verdwenen
Was goed schoon gewrongen gewrangeld
Gemangeld aan de bedachte lijnen luchtledig
Uitgehangen tot dronken van bleek en gras
Ozon ik wit lakenwit verblind uitgehangen was
Ingevouwen schoon gestreken plooien scherp
Gestreken neergestreken evenbeeldig streng
Losgesneden werkelijkheid slechts voedend
Door de mond verzwegen woorden handgedreven
Bedacht tussen duim en wijsvinger geknepen
Gedicht met knijpers samen gedrukte streng
Een navel van waaruit alles voedzaam uitging
Het benauwd die allerdaagsheid die
Harde werkelijkheid waarin ik gestopt
Gestikt gesmoord mijn steeds zijn bewijzen moet
Als geknepen in een schreeuw ontwaken moet
Tussen woorden die geen gedachten zijn
Maar gedachten van die nooit verwoordde leegten
Een linnenkast zo hard van hout vervuld
Met telkens weer schoon genoeg gegrepen
Leeggehaalde evenbeelden van vuil
Dat uitgespoelde slaperig zweten
--iets wil mij weten
maar ik weet niet of ik
daardoor gegrepen word
laat staan begrepen wil worden
De nacht
Knikt slaperig aan de randen van het bestaan
Hier ver vandaan lag ik geborgen ondenkbaar
In het lichaam zonder kraan loopt leeg in slaap
De ik is kneedbaar vloeiend het er mee eens
Zoek geraakt in alles omvattend niets te zijn
Loopt een lichte deuk op bij het horen van de zon
De randen van het bestaan vouwen hun handen
Samen in een van ontwaken in dit bedacht bestaan
Hier ben ik dat gapend gat dat uit tijd bestaat
De wonde van de sponde zwart bedacht licht
Hier ver vandaan lag ik geborgen ondenkbaar
In het lichaam zonder kraan loopt leeg in slaap
De ik is kneedbaar vloeiend het er mee eens
Zoek geraakt in alles omvattend niets te zijn
Loopt een lichte deuk op bij het horen van de zon
De randen van het bestaan vouwen hun handen
Samen in een van ontwaken in dit bedacht bestaan
Hier ben ik dat gapend gat dat uit tijd bestaat
De wonde van de sponde zwart bedacht licht
--
Wat doet de mens
Hij roept
De zon komt
Tot leven
Door krokussen
Warm gezegend
Dagenraad
Scheppend
Maakt hij leven
De zon komt
Tot leven
Door krokussen
Warm gezegend
Dagenraad
Scheppend
Maakt hij leven
--
Abonneren op:
Posts (Atom)