vrijdag 9 maart 2012
Het mooi weer opspelen
een bevrijdende gedachte lost op
in de problemen en ik overschreid
een gevoelsgrens die gaandeweg was
overstegen door een mateloze beweging
volleerd getroffen raakte het doel
er kwam, ik spreek heden, er komen
kinderen spelen, niet ongewild vreemd.
Maar de gedachte vervaagde de herinnering
schiep behagen en verliet de tijdloze daad.
Bevredigd en voldongen wat verwekt zelfs.
Aan mij voorbij
kwamen langzaam voorbij schuifelen.
Niets werd ongemoeid gelaten,
tot de lijken uit de kast, alles bleef beroerd.
Alles bleek in 2 paar schoenen samen te komen.
Ergens onder woorden, stonden
veel leestekens het beter te weten. Hij was onvervalst
mijn jeugdherinnering zo terloops mijn wortels raakte,
voor alle zondevallen die daarbij geplaatst stonden.
Twee kampen, waar vanuit de schuttersputten
het juk getorst werd met emmers vol laatste druppels,
die er van overliepen hoe doelbewust tegen god
mag weten welke wil de riolen bezocht werden.
Als kinderen waren wij, hij en ik gelijk, in aanvang
van het volledige dat we van bovenaf de rug toekeerde.
Bij vlagen kwamen de meisjes weer tot leven,
gepaard met alle verslavingen van andere gezindte
onvolmaakt geschapen wichten uit oogmerk van gezag.
Nu de terugblikken ter aarde werden gedragen
bleek veel waarheid achterhaald met mannen
zonder naam die gewetenloos de jongens afslachten
die ze, zo genoegzaam toch verheerlijkte.
Geheimen waren zonder sloten al de dijk af,
grijpgraag in de kreukelzone geland. Niets
is overeind gebleven daarboven. Scheidingen
lieten zich niet onbetuigd hebben we
met uitgestoken handen elkaar begroet.
Tot wederzien ooit verleden komen wij
elkaar weer hier bovenop weer tegen.