Vandaag is afgemaakt met een gedane zaak
ze keert haar zachte meisjeszijn
naar buiten is lispelende
maar bloedrode woorden
knabbelend aan m'n oorvijg
ik
brandde bijna van liefde door
de bevlogenheid hoe
vertegenwoordiger zij mij maar
in deze draaiende tijd
die opgewonden haar laat
bundelen
in verse vrouwenhandel
warm vleziger dan taal
verzonken tot schaamstreekje
in euforie van mijn alom levende
doordachtigheid waarmee
aandachtiger zij dan de wolk
waarop ik peilloos maar feilloos
haar woordenschat zie zwelgen
in het luchtledige rosé
van ontkiemend avondrood
van strijdlust lekker diep
in het vaderland