Het gesteente waarop hij zich begaf
hard gelag met de smak en toen het brak
waren de stukken niet van de lucht
tijdens de uitgesproken wolkbreuk
alles glad vergeten scheen regen
een wondermiddel in dat licht
dat gerstenat zo geurend bleek
in de wuivende halmen bewegend
veld dat zo oogstrelend preekt
waar de lucht naar toe begeeft
die hij trager in dit gesternte
nog hier overheen uitblies.