dinsdag 28 augustus 2012

Het koninginnenkruid is daarin tegen

opgewassen, de dagpauwoog neemt daar
in het kruid gebed afscheid van het zomerslied
dat blinde bijen nog ten gehore brengen
het toornt nog overal boven uit
hoe loom de dag ook tegen de herfst
aan valt in wind en regen
droomt het leven zich trager voort
een schaars geklede kauw heeft
de dekmantel aangetrokken
van de schaduwvallen nabij
wilgen- stok- klimrozen met hun
ontstoken ogen rankend
in omgebogen tonen
van de verlepte pracht
in dit nazomers leven

We zijn teveel aan het vergewonen

Maar de aardbeien komen.
De zomer schroeit nog van het spel
de volksvermakerij heeft maanden
voor mekaar gekregen terwijl
een bankwezen uit pure vrees
van hun systeem bestaansrecht
halen bij de burgermaatschappij maar
de aardbeien besteld zijn nog op tijd
Nu iedereen voldongen feiten naspeelt
op tv waar nieuw vermaak voor breed publiek
(zelfs de kinderen mogen opblijven) wordt
opgevoerd als verslavende vette frieten
boeren keelklanken van de politiek
in de publieke arena waar niemand nog
serieus genomen wordt, wordt noemenswaardig
niet gemord, men leeft maar voort voor wat
er staat zolang de aardbeien maar op tijd
gepoot worden in de koude grond
worden alle waarheden in de kiem
gesmoord als maar op tijd de bloemknoppen
nog aangelegd voor de winter komen
is het goed dat de aardbeien wortelschieten
om tot bloei te komen en wij ook volgend
jaar weer rode schijnvruchten eten
want ook dan zijn de goedpratende
aardbeien van belang om zoet om
de mond te snoeren wie hem anders
toch weer opent voor het nieuw
vermaak van volksverlakken
ons de keel toeknijpt als het zoet
weer rot of week in kilte van dit weer
ons aan de buis gekluisterd de
waarheid van de aardbeien doet
vergeten want opdat wij weer
voorgeschoteld krijgen het doekje
voor het doodbloeden van ons
gezellig samendrommend zijn.