Dat was gisteren, naar een zoete suikerbol,
spinrag van het fijne leven dat ook mij omgeven mag.
Verstrikt, verstikt verslik ik mij in dit gegeven
(Ik leesteken verder niets meer in dit schrijven, immers een punt wordt niet behaald, laat staan geschreven)
hoe ragfijn geweven ik daar ingewikkeld door die draden heen
gesponnen ben in mijn cocon waarin zo zeker nog mezelf veilig
waande tot bleek dat ik reeds leeggezogen door anansi
die alle kennis tot zich neemt
er ging een data rush vooraf van beelden
die als gegoten zo goed geraffineerd gelijk
de suiker eerder hier nu in de gevoelige lagen op papier
mij voorgeschoteld worden als kleverige zotterige zoetheid
die de werkelijkheid nu eenmaal in dit tijdsgewricht
mij tot doorschijnend licht laat liggen op de eeuwigheid
ach straks vergeten ik even dat ik leef en
weet mij zeker dat wat ik hier schrijf
niet analoog was op een bladzijde
van een schrift maar een digitaal
onleesbaar geheel van codes
in mijn virtualiteitje van banaliteit
en plaats de schop weer in de aarde
steek de slak z'n weke delen door
veeg het spinrag meteorologisch gezien
in deze herfst van mijn leven af