zondag 6 september 2015

Hier rust het werk vol hoofse zaken


Op mijn schoot een atlas van welvoegelijkheid
De geletterde doordachte man doorwrocht 
van futiliteiten en rariteiten wat hij met taligheid 
vermag. Zijn woordenschat onneukbaar hard 
zwart op wit met gladharder kaft. 

Bezield, zover onkreukbaar vel dat in zich heeft, 
is hij de lettergeest en eveneens gepromoveerd 
tot hoogste dundruk van het intelligentste feest, 
dat op de academie van grijze cellen wordt onderwezen.

Ach de man, bijna autobiografeert hij zich nog
maar geluk valt hem ten deel dat zoveel deugd 
nog schaamteloos naakt wordt uitgespreid 
in voegwoorden tot één geheel wordt saam gesmeed. 

Neemt eet en gedenk dit vlees 
dat droger leest dan men vooraf vreest, 
het is vers en even later is men zwaar beschonken 
van de wijn die gelijk bloed dat morsig is gelekt 
zwarter blijkt als harde kost die nog thans 
moet worden verleerd.