donderdag 31 maart 2011

De man die het echt niet meer zag zitten

Het idee was zeker, maar was het zeker niet.
Hij was overtuigd, maar was het in het echt niet.
De gedachte was wezenlijk, maar in wezen was het niets.
Hij hield het niet uit, met uithouden wel te verstaan.
Hoe het ook hoorde, het hoorde toch ook niet zo.
Er kwam iemand bij die het zeker wist, maar van weten het minst.
Zo ontstond een verhaallijn, al was het verhaal daarin ver te zoeken.
Het begon zo, even iets later.
Iets dat zich in gedachten elders afspeelt.
Waardoor voor- en achterwaarts kijken
verbonden wordt, louter vanwege de beweging.
-
R

(De afweging is de auto, als fregat in de tijd; je gijzelt en die je over de verplaatste afstand vervoert, en al je gedachten bezit die je bezighouden onderweg. Tot dat je arriveert en gelijk als bij het verlaten van een droom het portiek dichtgooit dat je herinnering daarin grotendeels vervat achterlaat.)

"het vernauwde leven".

Mensen die het niet zien zitten

De filosoof die uit zijn denken te zijn geweest verstikt nog lijkbleek van zijn bedachte zinnen hoe het leven in elkaar stak. De malle molen waar hij noordelijker in woonde was de troon vanwaaruit hij de wereld zijn ware gezicht toonde met hoe lelijk dat wel was.
Hij bestierde man en paard rondom zijn havezaat