De luchten werden mooi opgelicht vanavond
ik zat daar maar gewoon mee
op de bank het waren immers mijn zaken
niet hoe de wolken overdreven waren
zwanen aan het einder graasden en
alles vervaagde voor het gedag
dat werd verzwegen toen de nacht
uit de hemel viel op aarde
scheen heel eventjes de blauwe maan
voor ik ook dat licht uitstekend
doofde niets meer hoorde van wat ik zag
zondag 3 juni 2012
Uitgeteld
Hij neemt de tijd te grazen
herkauwd daar nog
eens zorgvuldig op
Maalt in grove streken
sprekend over de tong
komt bij zinnen in verteren
laat zich uitmelken om't idee
hoe de wijde blijk verweide
zint niet tot eenvoud luiden
hoe oude koeien uitgesloten
tot nader orde geslacht
tot op het bot verzet
~~~
OvO
herkauwd daar nog
eens zorgvuldig op
Maalt in grove streken
sprekend over de tong
komt bij zinnen in verteren
laat zich uitmelken om't idee
hoe de wijde blijk verweide
zint niet tot eenvoud luiden
hoe oude koeien uitgesloten
tot nader orde geslacht
tot op het bot verzet
~~~
OvO
Het wonder wel
Dat zijn kinderhand niets beschreef
hoe bevlekt ook alles overdreef
liet ongewis de taal besmeurd
tot grote veeg al zwart gekleurd
Dat de kroon op zijn werk niet lag
aan het links gebaar wat hij ontzag
bracht geen letter nader tot het oog
voor zover anders dan het bewoog
Dat zijn tijd al uitgeschreven was
al voor de inkt verdroogd zo las
gelijk roet aan z'n verbrand gezicht
hetgeen hem afsloot zeer gericht
Dat alles later op papier uitrolde
nader verklaard dan met hem solde
liet hem koud zijn klad beschrijven
vol geest maar te koud om't beklijven
Dat hij verder ook de stijl vergat
waar zelden nog een schrijvershand
in had dan waar hij in verdronken zat
vergeefs strevend naar z'n welstand
hoe zeer verleerd zijn hand
zich ook verschreven had
bleek uit de botheid van verstand
Dat toch de vaardigheid vergat
hoe bevlekt ook alles overdreef
liet ongewis de taal besmeurd
tot grote veeg al zwart gekleurd
Dat de kroon op zijn werk niet lag
aan het links gebaar wat hij ontzag
bracht geen letter nader tot het oog
voor zover anders dan het bewoog
Dat zijn tijd al uitgeschreven was
al voor de inkt verdroogd zo las
gelijk roet aan z'n verbrand gezicht
hetgeen hem afsloot zeer gericht
Dat alles later op papier uitrolde
nader verklaard dan met hem solde
liet hem koud zijn klad beschrijven
vol geest maar te koud om't beklijven
Dat hij verder ook de stijl vergat
waar zelden nog een schrijvershand
in had dan waar hij in verdronken zat
vergeefs strevend naar z'n welstand
hoe zeer verleerd zijn hand
zich ook verschreven had
bleek uit de botheid van verstand
Dat toch de vaardigheid vergat
Abonneren op:
Posts (Atom)