vrijdag 15 augustus 2014

Bijslaap

Mocht ik de slaap nog eens vatten
die niet te bevatten was
Zou ik dan de nachtmerrie berijden
die mij zo beestachtig dierbaar was

Wil ik mij dat lichaam getroosten
dat mij met huid en haar verslond
zij in haar vaginale mond zo teder
zacht ik kon bevroeden 
hoe schreeuwend ik
lijf en leden verliet 
eer zij eerzaam
een zijn ik haar verstond

nog eenmaal in haar armen
tot haar doordring in het nacht
zwart tussen haar warme dijen
geklemd de warme rust hervindt
die inniger haar zinnen tot bedaren

zingt in de schoot geworpen dromen
waar uit ontwakend in haar lichaam
zij herwint wat overwonnen haar mint
een vrouw in mij die zingt 

Blond

De paarden grazen de horizon kaal
slakken naakt knagen aan de hoop
op de stoep gedeponeerd ontbijt
voor beide terwijl ik de weide overzie
voorzie van een ruim blikveld op het oog

een korenarenhalmen wuivend
maar nog niet gelezen geurend
feest van de wind die opsteekt

bij de zon verschenen aan stal
waaruit ook koeien uitbraken
dat was eerder dus verleden tijd