zaterdag 7 september 2013

Tekenvrees

Ze kwam benepen en sprak mij zeer bedeesd
hoe schroom toch zo haar in verlegen bracht
dat naar zij vreesde ze in bedekte termen daar
door teken aangesproken was en pijnlijk ook
alras zij rap daar in die streek zo gaarne nu
zich wenselijker bekeken liet en ik haar
van repliek diende met een onbevangen blik

laat mij dat teken beest zo gemener streek op
het weelderig maagdelijke witte vlees dat het zo
bezoedeld heeft zo zij dat eerder al vreesde 
heeft zij geheel ontdaan mij mijn gang daar 
tot het naadje van de kous laten begaan en zelfs 
de zijde draad aldaar uit haar spleet verwijderde 

uiteraard 'n nobeler daad onmiddellijk gepaard 
gaand met monddood maken van haar angstig teken 
die ik toch goden zei geprezen als godsteken ervoer 
eerder dan een duivelsbeest waar ik haar van bevrijdde
zodoende ook een lippendienst bewees waar zij 
geenszins verlegen mee veranderde in een wild
woest beest dat mij leegzoog zo 'k ook genoot
bleek zij nu alles overwonnen en vergeten 
weer beviel van alles wat in haar leefde.


Zelf verstrooid

Mijn as daar draait het om
de keerzijde en ook lichter
van leven opgeruimd

restte slecht ontdaan
gevoel van overleven
en zit ik ook niet meer
in zak en as mezelf
uit te benen met wie ik
was al zover opgebrand
dat uitgeblust kunstmest
is voor al het zaad
dat daarop ontsproot
tot loten verhout zich wat
uit potas is verkregen

Het heeft er alle schijn van.

Er valt wat licht op uit de bomen
Zonniger zijn schijnt goed te zijn
Lichter kleurrijk in helder water breken

Zelfs mistig speelt bedrieglijk licht
Maar in de regen is het stralend

Gelijk kouder weer doorschijnend is
Schijn ik doorluchtig grijzer steeds
Meer ademloos in het bewegen