dorstend naar de ruimte
van de enge begrenzing
waarin de eeuwigheid rusthangt de walm van verkilling
kouder ademt klam de wand
het vocht van de verstikking
muf en murw uitgebeten wreed
berijpt het venster op de wereld
wit omlijst vrediger de dood
dan eerder begeerte van passie
gewag maakt in de lichaamstaal
verstomt meer dan verzwegen
leegte van beleven fantasie
dat zo schielijk verdreven
de schuwe eenzaamheid aanbid