maandag 16 augustus 2010

Zo zit de tijd stil toe te kijken

Het nederig buigen van de buddleia
in de regen bij afwezigheid
van vlinders terwijl de geur
er nog toedoet van witte bloezem
die heel langzaam verroest
blindelings vertrouwen
schenkt de nacht

Last van status meer ook niet

Vakantie vieren verwerd tot etaleren
wat thuis niet nagelaten werd
was de grondslag van vererven
vaker leeg vol genot toch zelden

Niet van vreemde geuren vrij

Je kunt er houden van beschrijven
in geur en kleur in honderd lijven
de stemmen die een keel opzetten
van handen die er een punt van maakten
geen woord geschikt van vreemde smetten
liet zinnen die gegeven momenten wraakten gelden tot loze kreten in
fijn schrift
geschreven met zacht zinnige viltstift
om tot het hart van de tijd door te dringen waar het klopt
verbazingwekkend zingen
hoe genadeloos bedreven in verdrijven
het zinken of verdrinken en verstijven