vrijdag 22 oktober 2010

Aanstootgevende steen

Verworpen in het onnut alleen nog hoeksteen
van aanstoot waaraan de marsvoet bezeerd
wekt de lust van schaamrood in voort
schreidend inzicht van mijn strijdlustig
muurvarentje dat de hiel licht
waarin ik groen zit
van het bloeiende steenbreekje

Zie mij maar

Als de eerste de beste

roerdomper wanneer ik gevlogen ben
zo'n zompig bedompte drassigheid
die verzwelgd in onzekerheden
terwijl juist het verleden
in de toekomst lag

Een rat voor mijn ogen

De scheppingsdrang taant
knaagt en vreet zwarte gaten
in 't heelal dat uit één geheugen
van enige kubieke centimeters
bologend gebiologeerd
met een messcherpe neus
voor overlevingsdriften

bestaat dwaalt zielentogend
door het aards bestaan

toen de wereld was vergaan
in mensenogen bezien een weldaad
adembenemend schoon schip gemaakt
voor het herstelt natuurlijk
binnen verband dat zelfvoorzienend werelddeel
dobbert in de zee van ruimte
die het schiep toen in het geniep
het mensdomgenoeg uitstierf