donderdag 21 juni 2012

Met een weinig vaart

Anekdotisch heeft weinig met natuur uit te staan te gaan over de bladeren en vermelden hoe gekruld het dor vol ezeloren liegt met de tijd die daarover bijna verstreken is.
Hij die niet weet deed dat met teugen van de dag op en af reizend beschreven dagboek fragmentjes netjes kladachtig te noteren als de oogafdrukken van zijn aangezicht.
Toch, hoe onbeduidend ook, het jaren doorwoekerend gewas, wazig uit schoorvoetend zolen zijn versleten, bleek met oplappen,telkenmale groot,opgeboste spinsels ragfijn uitgeplozen te overleven op papier. Geduldig wachtend naar de smachtige amechtig hijgend nieuwslichtigers. Deze oogappel rijp vol verlangen naar weleer; laaghangend ooft voor de dorstend gulzige dolers verdwaald in toekomstbeelden, trekken diepe sporen in het geweten van de landverstreken tijd. Achterwaarts bewegend met de hakken in het zand dat loom maakt.

Met geen pen te beschrijven hoe halmen tekenen

aardappelstempelen op geschriften tot in de regels één gedicht
van het ware landleven op mijn gezicht maar halmen tekenen
in ferme streken waar de wind haar werk doet in wijdser waaien
wat met geen pen meer te beschrijven valt dan er achteraan jagen
in overdreven zin zelfs de wolken in regen daar door bevangen neerdalen
tot de plant vol van aren daar neerbuigend over doet terwijl het loof
zwart als aarde de knol weer bloot legt aan de hemel op de dankdag voor het gewas.

Er spelen kinderen in de wei

Het leidt tot juni op z'n eind, ergens tegen de lente
sloop het oude leven tot bejaarde bloemen in zaad
en kroop al eerder winterhard een kiemblad dat stilt
Er kwamen oude mannen in voor die alle jonge loten
uit de haagafscheiding sloopten opgaand naar
de langste dag met zachte bries ging warm de wind
in langsgaande opbollende vrouwenrokken dik zacht
soepel draaiden dijen bloot de zon door tot leven
Op een dag daarvoor liep spichtig nog een jong ding
weg van de geslachtdaad naar de laatste mode gekleed
Alles sterft weg terwijl na verluid het groeien trager
de zomer in gaat op proteststemmen vanuit eischaal
Moeiteloos schrompelde suikerzoet de huid op
tijdloos was ons het voorjaar luchtig uitgespeeld