Anekdotisch heeft weinig met natuur uit te staan te gaan over de bladeren en vermelden hoe gekruld het dor vol ezeloren liegt met de tijd die daarover bijna verstreken is.
Hij die niet weet deed dat met teugen van de dag op en af reizend beschreven dagboek fragmentjes netjes kladachtig te noteren als de oogafdrukken van zijn aangezicht.
Toch, hoe onbeduidend ook, het jaren doorwoekerend gewas, wazig uit schoorvoetend zolen zijn versleten, bleek met oplappen,telkenmale groot,opgeboste spinsels ragfijn uitgeplozen te overleven op papier. Geduldig wachtend naar de smachtige amechtig hijgend nieuwslichtigers. Deze oogappel rijp vol verlangen naar weleer; laaghangend ooft voor de dorstend gulzige dolers verdwaald in toekomstbeelden, trekken diepe sporen in het geweten van de landverstreken tijd. Achterwaarts bewegend met de hakken in het zand dat loom maakt.